Fidas Law Menu

Welke rechten hebben slachtoffers in het kader van de straftoemeting?by Fidas Law

11 april 2025

In een arrest van het Hof van Cassatie d.d. 10 september 2024 werd geoordeeld over de motivering van de appelrechters met betrekking tot de straftoemeting voor de te beoordelen zedenfeiten. In dit arrest werd onder meer opgemerkt dat het voor het slachtoffer en haar familie volkomen onbegrijpelijk zou zijn dat geen effectieve bestraffing zou worden opgelegd, vooral gezien de lange periode waarin de bewezen feiten zich hebben voorgedaan.

De verdediging stelde in cassatie dat de rol van de burgerlijke partij zich enkel beperkt tot de eventuele bewezenverklaring van de feiten en de daaruit vloeiende schade, doch niet over de op te leggen bestraffing.

Volgens het Hof van Cassatie konden de appelrechters dergelijke motivering maken, aangezien geen enkele bepaling of algemeen rechtsbeginsel zich ertegen verzet dat de rechter ter verantwoording voor de keuze en de maat van de uitgesproken straffen mede verwijst naar “de veronderstelde verwachtingen van slachtoffers en hun familie op het vlak van bestraffing” (randnr. 5 van het arrest).

Volgens het Hof kunnen die verwachtingen namelijk gekaderd worden in de doelstellingen van de straftoemeting. Deze doelstellingen kunnen onder meer bestaan in het uiten van de maatschappelijke afkeuring ten aanzien van de overtreding van de strafwet, het bevorderen van het herstel van het maatschappelijk evenwicht en van het herstel van de door het misdrijf veroorzaakte schade, het bevorderen van de maatschappelijke rehabilitatie en re-integratie van de dader en de bescherming van de maatschappij (randnr. 4 van het arrest).

Desondanks roept het arrest enige discussie op met betrekking tot de precieze rol van het slachtoffer in het strafproces. Indien er rekening gehouden wordt met de visie en de houding van het slachtoffer over de gepaste straf kan dit leiden tot ongelijkheid, daar slachtoffers nu eenmaal op verschillende wijze reageren op het misdrijf.

Daarnaast rijst de vraag of het Hof van Cassatie met de verwijzing naar ‘de verwachtingen bij het slachtoffer dat zich burgerlijke partij stelt’ een subjectief criterium introduceert in plaats van de verwachtingen van slachtoffers in de samenleving in het algemeen, wat een objectief criterium inhoudt.

Dit arrest werpt aldus belangrijke (bijkomende) vragen op over de balans tussen de rechten van het slachtoffer en de objectieve doeleinden van de straftoemeting, die mogelijk verder verduidelijkt dienen te worden in toekomstige rechtspraak.

Meer weten over uw rechten als slachtoffer / burgerlijke partij of wenst u bijstand in het kader van een strafrechtelijke procedure? Neem contact op met het strafrecht-team van FIDAS LAW.

www.fidaslaw.be